SERIE KOPLOPERS & GRENSVERKENNERS • AFLEVERING 1

In gesprek met journalist en historicus Sander Heijne

Hoe kijken experts aan tegen ondernemen in tijden van transitie? Trailblazers gaat in gesprek met koplopers en grensverkenners om het uit te zoeken. De eerste gast is journalist en historicus Sander Heijne, schrijver van Fantoomgroei en bekend van de podcasts BV Nederland en De Ommezwaai. Hij vertelt ons over valkuilen uit het verleden, hoe deze doorwerken in het heden en wat er nodig is om deze te doorbreken in de toekomst. Welke rol zou het collectieve maatschappelijke belang moeten spelen in bedrijfsmodellen? En waar komt die koudwatervrees bij grotere bedrijven vandaan als het gaat om inclusie- en duurzaamheidsdoelen? 

lees het volledige interview

Met het schrijven van je boek Fantoomgroei zette je Nederland op scherp als het gaat om economische ongelijkheid. Daarna zette je het debat voort met onder andere je podcasts BV Nederland en De Ommezwaai, waarin je onderzoekt wat organisaties kunnen doen om de strijd tegen klimaatverandering te versnellen. Wat hoop je met jouw werk te veranderen?

“Ik hoop dat ik een bijdrage lever aan een kantelend debat dat ertoe leidt dat we niet meer alleen maar geld en de groei van de economie centraal stellen, maar dat we kijken van: hoe houden we een samenleving bij elkaar? Hoe zorgen we dat iedereen mee kan komen? Ik denk dat wij de afgelopen dertig, veertig jaar iedereen hebben gekneed in het mantra dat dingen groter moeten worden, dat dingen moeten groeien. Of het nu binnen bedrijven is, overheden, of zelfs binnen onderwijsinstellingen. Maar we zitten op een planeet die niet groter wordt. Onze grondstoffen nemen niet toe in omvang. Dus het is wiskundig gezien onmogelijk. En als we dan kijken naar de reden waarom we dat groeimantra ooit hebben omarmd, dan was dat om heel gericht een paar problemen op te lossen die een jaar of tachtig geleden heel evident waren, maar nu eigenlijk helemaal niet meer. We produceren nu bijvoorbeeld meer voedsel dan goed is voor de wereldbevolking. We zien hoe obesitas toeneemt. Er zijn eindeloos veel voorbeelden te noemen waarin je ziet dat die groei eigenlijk een goede samenleving in de weg staat. Dus zolang we niet in staat zijn om dat los te koppelen van elkaar, gaan we een hele sombere toekomst tegemoet.”

Hoe komt het dat we winstmaximalisatie zo gewoon zijn gaan vinden? Hoe kan zo’n weeffout ons economische systeem zo fundamenteel beïnvloeden?

“Ten eerste kan je je afvragen of het weeffouten zijn of dat het systeem min of meer opzettelijk in elkaar is gezet. Als je kijkt naar de grote omslag na de Tweede Wereldoorlog, was er dertig jaar lang vrij brede maatschappelijke consensus van: ‘we moeten welvaartsstaten maken, waarin iedereen mee kan komen.’ Dat was het grote politieke plan in heel Europa en ook in Noord-Amerika. Iedereen was het erover eens. Op een gegeven moment is er een duidelijke lobby geweest van rijke families om meer winst te kunnen maken. En van daaruit is een denksysteem geïntroduceerd: ‘trickle down economics’. Men dacht: de economische groei heeft geleid tot heel veel welvaart voor alle mensen, dus we moeten zorgen dat die economie makkelijker en sneller kan groeien. En dat doen we door bedrijven meer winst te laten maken. Hoe kan je bedrijven meer winst laten maken? Door het wegnemen van allerlei wetgeving. Dus bijvoorbeeld door minimumlonen niet meer te verhogen, of wat in Nederland is gebeurd, ze verlagen. Of door arbeidscontracten minder zeker te maken en allerlei sociale zekerheden af te schaffen. Dat leidt tot minder kosten voor bedrijven, waardoor ze winstgevender worden. Maar tegelijkertijd was die sociale wetgeving ooit ingevoerd om mensen bestaanszekerheid te bieden. Je kan je dus afvragen of het nou echt een weeffout is geweest, of er gewoon een lobby heeft gewonnen die daar zelf een aanwijsbaar belang bij heeft.”

 

"ondernemers zouden moeten gaan nadenken over hoe we modellen in elkaar kunnen schroeven, waarbij we niet alleen maar denken aan onze eigen winstbelangen, maar waarin we denken aan het hele collectieve maatschappelijke belang van een duurzame, sociale wereld, waarin we met elkaar verder kunnen komen. En dat leer je op dit moment niet op de business schools." - sander heijne

 

Hoe werkt die focus op winst door in de ketens en welke consequenties zie jij?

“Vanuit het perspectief om meer winst te gaan maken, zijn bedrijven gaan kijken naar hun ketens. Dus een bedrijf als Philips deed vroeger alles zelf, zoals het maken van televisies, maar ook het produceren van het karton voor de verpakkingen en de fabriek schoonmaken. Als er werd onderhandeld op de salesafdeling, profiteerde iedereen mee van een betere cao. Vanaf de jaren tachtig zijn ze steeds meer gaan uitbesteden en goedkoop inkopen bij leveranciers over heel de wereld. Als je niet meer je eigen bedrijf hoeft schoon te maken, dan kies je voor het allergoedkoopste schoonmaakbedrijf dat dat voor je kan doen. Uiteindelijk hebben ze alleen nog hun label, het merk Philips. Ze plakken hun naam erop en daar krijgen ze geld voor. Wat je ziet is dat we een soort sterrenstelsels hebben gebouwd, waarin de multinational controle heeft over marketing en sales. Die kunnen de producten goed wegzetten en alles wat zij vervolgens nodig hebben om de producten te maken, proberen ze zo goedkoop mogelijk in te kopen. 

Als de werknemers van die toeleveranciers gaan vragen om meer geld of betere arbeidsvoorwaarden, dan loopt dat bedrijf de kans dat ze te duur worden en ze de opdracht verliezen aan een ander bedrijf. Dat een bedrijf in Vietnam de opdracht bijvoorbeeld verliest aan een bedrijf in Bangladesh. Dat is een markt, waarin het eigenlijk bijna onmogelijk is voor werkenden om nog loonsverhoging te vragen of betere arbeidsvoorwaarden te eisen. Ik denk dat dat een eindige strategie is. Het heeft op de korte termijn heel veel winst opgeleverd voor bedrijven, sinds de jaren tachtig is de winstgevendheid verdrievoudigd. Maar op de lange termijn creëer je zo’n tweedeling in de samenleving, waarbij de meerderheid van de mensen niet meer mee kan komen. Ik denk dat dat een groot risico is voor het bij elkaar houden van samenlevingen. Ik denk dat dat het grotere probleem is dat we moeten zien te adresseren op dit moment.” 

 

Wat kunnen bedrijven doen om dit systeem te doorbreken?

“Als we kijken naar de rol van bedrijven op, bijvoorbeeld het bevorderen van duurzaamheid, zien we dat onze economie natuurlijk voor een groot deel wordt vormgegeven. Of het nu gaat over CO2-uitstoot of over hoe we sociaal omgang met werknemers; uiteindelijk hebben bedrijven daar een sleutelrol in. En zolang bedrijven bestuurd worden door mensen die alleen in groeitermen je succes kan uitdrukken, dan maak je keuzes voor de korte termijn en kan dat ten koste gaan van de mensen die bij je werken. Het kan ten koste gaan van het klimaat. Uiteindelijk, als je denkt: welk probleem los er ermee op om steeds mee winst te maken? Dat je steeds rijker wordt, maar je kinderen straks geen leefbare planeet meer hebben, dan kan je je afvragen of dat nog wel de juiste parameter is om op te sturen. Ik hoop dat bedrijven en bestuurders gaan laten zien dat ze vanuit de gevestigde bedrijven de boel kunnen veranderen. Ondernemers zouden moeten gaan nadenken over hoe we modellen in elkaar kunnen schroeven, waarbij we niet alleen maar denken aan onze eigen winstbelangen, maar waarin we denken aan het hele collectieve maatschappelijke belang van een duurzame, sociale wereld, waarin we met elkaar verder kunnen komen. En dat leer je op dit moment niet op de business schools.”

 

Wat zou er volgens jou wél op de business schools moeten worden geleerd? Welke vaardigheden moet een ondernemer van morgen ontwikkelen?

Ik denk dat de vaardigheden niet veel anders zijn dan voor een klassiek winstgedreven ondernemer. Je moet goed nadenken over een product of dienst, er moet vraag naar zijn en het moet iets bijdragen. Alleen het uiteindelijke doel hoeft niet te zijn dat je in je spreadsheet de winst optimaliseert. Het doel moet zijn dat je gewoon voor alle stakeholders iets voor elkaar brengt. Er zijn niet zo veel mensen die echt goed zijn in ondernemen, maar de mensen die goed zijn in ondernemen hebben een maatschappelijke verantwoordelijkheid om breder te kijken dan hun eigen belang. En dat is wat je zou willen. Als je vraagt wat voor skill ze nodig hebben, dan zeg ik: verantwoordelijkheidsbesef. Plichtsbesef, dat je het niet alleen maar voor jezelf doet. Ik heb voor De Ommezwaai een aantal CEO’s gesproken die besloten hebben om het roer om te gooien. En het leuke is, dat iedereen die eindelijk de stap heeft gezet, het heel erg fijn vinden om erover te praten. Ze hebben daadwerkelijk het gevoel: ik doe iets goed, hè? Die voelen zich heel erg bevrijd als ze opeens rekening houden met allerlei belangen die daadwerkelijk maken dat op hun Wikipedia-pagina straks misschien staat: hij/zij/hen heeft geholpen de wereld leefbaar te houden. Mensen houden elkaar gevangen in een oud verhaal, dat verandering moeilijk is of niet kan. Maar dan denk ik: waarom eigenlijk niet? Misschien ben jij niet de geschikte persoon als jij het niet kan. Je zit ergens bij een bedrijf, maar als jij denkt dat het niet kan wat we nodig hebben, waarom zit je er dan? Ik denk dat dat triggers zijn die kunnen maken dat we daadwerkelijk gaan veranderen. Want we weten ongeveer wel wat we moeten doen. Het is geen rocket science meer.”

Heb je nog een tip voor professionals die het ook beter willen doen?

“Nou, ten eerste: doe het gewoon als het wil. Zet die stap. Het is hartstikke leuk. En als je dat te eng of te spannend vindt, ga dan gewoon eens praten met een aantal ondernemers die de stap hebben gemaakt. Ik was bij een biologische akkerbouwer, die net die stap had gemaakt. En die zei dat het voor hem de doorslag was, dat hij bij andere akkerbouwers had gezien dat het kon om biologisch te gaan. Hij was gewoon in gesprek gegaan en stelde vragen als: wat kom je dan tegen? Hoe moet je dat doen? Kan ik wel voldoende omzet en winst maken om mijn gezin te voeden? En doordat ze met elkaar gingen praten zag hij opeens: hé, al die argumenten om het niet te doen, die bleken eigenlijk allemaal te ondervangen. Dus heeft hij het gedaan. Nu komt hij erachter dat je met een veel natuur-inclusievere manier van boeren ook een goede boterham kan verdienen. Hij zei letterlijk: ‘ja, ik ben een boer. Ik moet zien bij een andere boer dat ’t kan.’ Je moet het gewoon zien, dat je een fijn leven kan hebben en een goed bedrijf kan hebben. En dat er bovendien ook veel meer dankbaarheid om je heen ontstaat omdat je iets doet voor anderen.”

De nieuwe norm voor 2030 moet volgens Sander Heijne zijn: 

“Nederland moet zichzelf de norm opleggen om in 2030 een volledig klimaatneutrale economie te hebben!”

nl_NL